Brexit is een zegen voor Europa
Dat een Brexit voor de Britten aanzienlijke negatieve gevolgen heeft, staat buiten kijf. Maar wat die voor continentaal Europa kan betekenen, is minder evident.
Europa kan grote voordelen incasseren. De ooit door Margaret Thatcher uitgeroepen aandeelhoudersmaatschappij en de door de City gepropageerde financiële economie komen door een Brexit op afstand te staan. Geen moment te vroeg om verdere besmetting van de EU te voorkomen. De invloed van financiële instellingen, die maar niet wezenlijk kunnen hervormen en die naar nu blijkt een grote bijdrage hebben geleverd aan de ontwrichting van het Verenigd Koninkrijk, kan nu makkelijker worden beperkt. In het bijzonder op de volgende drie terreinen.
1
In de eerste plaats vallen bij de regulering van financiële markten de grote belangen van de City weg. Banken die met een Britse vergunning actief zijn zullen, om hun paspoort voor dienstverlening op het continent te behouden, moeten voldoen aan Europese regelgeving. De handel van in euro’s gedenomineerde stukken door Britse banken valt weg en komt onder toezicht van de ECB. Plotseling kan de belastingheffing op banken worden geharmoniseerd. Zaken als een heffing op aandelentransacties krijgen een nieuwe kans. Ten slotte zal de druk op het continent om banken in dienst te stellen van de reële economie op minder weerstand stuiten.
2
In de tweede plaats wordt de invloed van de City op het inrichten van ondernemingen minder. De krachten om in de onderneming aandeelhoudersrendement centraal te stellen, zullen afnemen. Er komt minder nadruk te liggen op de winst per aandeel als veronderstelde maar nooit bewezen opstap naar een hogere beurskoers. Dat leidt tot het verdwijnen van een aantal activiteiten die eerder waarde vernietigen dan genereren. De belangrijkste zijn: inkoop van aandelen, uitstel van investeringen (die immers op korte termijn ten koste gaan van de winst) en kostenbesparingen die op korte termijn de winst opvoeren, maar waarvan de onbedoelde nevengevolgen op termijn voelbaar worden.
3
In de derde plaats mag verwacht worden dat Brits contractenrecht een minder grote rol gaat spelen. Het gebruik van ‘Romeins’ recht zal stijgen. Een stelsel gebaseerd op ‘Case Law’ zoals het Engelse, heeft in tijden van structurele veranderingen weinig relevante, voor een goede rechtspraak benodigde precedenten ter beschikking. Dit stelsel, dat tevens op antagonisme is geënt, bemoeilijkt arbitrage en andere vormen van conflictafwikkeling. Case Law, waarbij de tekst van het contract leidend is en niet de oorspronkelijke bedoelingen van partijen, vergt langdurige onderhandelingen om al het ongewenste gedrag van de contractanten uit te sluiten. Dat past niet langer in een wereld waarin het aantal en de variatie van samenwerkingsverbanden sterk oplopen en partijen snel en tegen lage transactiekosten bij elkaar moeten worden gebracht. Het op goed vertrouwen geënte Romeinse recht is daarvoor geschikter.
Continentaal Europa kent van oudsher drie strategische voordelen: een bancaire sector die een grote rol speelt bij bedrijfsfinanciering, een grote diversiteit van ondernemingsmodellen, van bv tot stichting en coöperatie, en een op de toekomst berekend contractenrecht. Alle drie hebben onder invloed van het Verenigd Koninkrijk en zijn financiële markten tientallen jaren onder druk gestaan. Daar kan nu een streep onder gezet worden.
****
Donald Kalff is ondernemer en publicist. Dit opiniestuk verscheen eerder in Het Financieele Dagblad.